Rechtsvraag:
Kan de bestaande co-ouderschapsregeling worden gestopt, zodat vader een beperkte omgangsregeling krijgt?

Conclusie:
Nee de co-ouderschap blijft in stand. Zorgen bij één ouder over een co-ouderschapsregeling onvoldoende voor het wijzigen van de regeling.

​Wat deze zaak leert:
Het door één ouder wantrouwen, beschuldigen en verwijten zonder bewijs is onvoldoende om een co-ouderschapsregeling te stoppen. Zeker niet wanneer de kinderen de co-ouderschapsregeling prettig vinden.

Toelichting:

Wat in het belang van het kind is, is natuurlijk niet volledig objectief. En bovendien zijn niet alle kinderen, gezinnen en omstandigheden hetzelfde. Dus verschil zal er altijd zijn van wat de ene ouder het beste voor de kinderen vindt t.o.v. de andere ouder.  

Wat helaas kan gebeuren is dat wantrouwen, dat tijdens de relatie tussen partners is ontstaan, ten onrechte automatisch tot de conclusie leidt dat de ex-partner ook in de ouderrol niet te vertrouwen is. 

Als ouder is het de kunst om het persoonlijke wantrouwen richting de ex-partner niet automatisch mee te nemen in de nieuwe en veranderde relatie tussen de kinderen en de andere ouder.

 ​

Wat is er aan de hand:

KINDEREN

1) Kinderen zijn 3 en 5 jaar op het moment dat de eerste rechter een co-ouderschapsregeling vaststelt. 

2) De co-ouderschapsregeling loopt inmiddels 10 maanden. 

3) Kinderen zijn 4 en 6 jaar op het moment van deze uitspraak van het Hof

1STE RECHTER

Co-ouderschapsregeling: 

1) Formele hoofdverblijfplaats 3 jarige bij vader

2) Formele hoofdverblijfplaats 5 jarige bij moeder

3) co-ouderschap verdeling van 50%-50% 

4) per 14 dagen 4 wisselingen

5) Ene week wisseling op woensdag en zondag

6) Andere week wisseling op donderdag en zondag

MOEDER

1) Moeder gaat in hoger beroep

2) Moeder wil dat beide kinderen hoofdverblijf bij haar hebben

3) Moeder wil slechts een omgangsregeling voor vader

4) Moeder maakt zich zorgen over co-ouderschapsregeling

a) De wisselmomenten zijn te onregelmatig

b) Rust en regelmaat ontbreekt

5) Moeder betwijfelt of vader beste met kinderen voor heeft

a) Moeder vindt dat vader geen goede verzorging en opvoeding biedt

b) Kinderen zouden zich ongelukkig/onveilig voelen

c) Moeder heeft vader eerder vals beschuldigd van seksueel misbruik, maar is later op die beschuldiging teruggekomen. 

VADER1) Vader heeft wel vertrouwen in opvoeding door moeder. 

2) Vader had tijdens relatie ook groot deel van de zorg voor de kinderen.

HOE ZIET DE RECHTER HET:Omdat volgens de rechter: 

1) er bewijs ontbreekt dat vader de kinderen niet de adequate verzorging en opvoeding biedt.

2) de ouders te prijzen zijn, omdat zij de kinderen zoveel mogelijk buiten de strijd proberen te houden.

3) beide ouders het beste met de kinderen voor hebben. 

4) de kinderen zich voor hun leeftijd goed ontwikkelen.

5) de ouders hun werk inmiddels hebben afgestemd op de co-ouderschapsregeling.

6) de kinderen inmiddels gewend zijn aan de 10 maanden lopende regeling en wisselmomenten. 

7) moeder de vader wantrouwt en andersom niet

8) vader tijdens de relatie ook een groot gedeelte van de zorg voor zijn rekening nam. 

Wat vindt de rechter:
De rechter ziet niet dat het stoppen van de co-ouderschapsregeling in het belang van de kinderen is, en daarom blijft het co-ouderschap.

Uitspraak:
Hof Den Bosch, 15-11-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4694